Miljoenennota 2026: weinig veranderingen voor werkgevers

Loonstijging

In 2026 zullen de cao-lonen minder sterk stijgen dan in voorgaande jaren, verwacht het Centraal Planbureau (CPB). Het bureau verwacht dat de cao-lonen met 4,2% omhooggaan. Hoewel dit percentage lager is dan in 2025 en eerdere jaren, blijft het wel ver boven de geraamde inflatie.

Het minimumjeugdloon gaat per 1 januari 2027 waarschijnlijk flink omhoog. Een 20-jarige ontvangt dan 87,5% van het volwassen minimumloon (is nu nog 80%) een 19-jarige 75% (is nu van 60%) en een 18-jarige krijgt 62,5% (is nu nog 50%). Ook 16- en 17-jarigen zouden meer krijgen: respectievelijk 40% en 50% van het volwassen minimumloon.

Transitievergoeding

De maximale transitievergoeding bedraagt in 2026, net als in 2025, 98.000 euro of een jaarsalaris als dit meer is. Vanaf 1 juli 2026 wordt de compensatie voor de transitievergoeding bij langdurige ziekte (na twee jaar) alleen nog verstrekt aan werkgevers met minder dan 25 werknemers. Grotere bedrijven krijgen dan geen compensatie meer.

30%-regeling

Om de kosten van het verblijf in Nederland af te dekken kan aan buitenlandse werknemers die tijdelijk in Nederland komen werken gedurende maximaal vijf jaar een belastingvrije vergoeding worden verstrekt. Maximaal 30% van het loon is dan belastingvrij is. Dat blijft zo in 2026, maar met ingang van 2027 wordt dat op 27% gezet. Er geldt wel een minimale loongrens van 46.660 euro per jaar om voor deze expatregeling in aanmerking te komen.

Voor ingekomen werknemers die vóór 2024 de 30%-regeling hebben toegepast geldt overgangsrecht. Voor hen blijft tot het einde van de looptijd een percentage van 30% gelden en de oude (geïndexeerde) salarisnormen.

ETK-regeling

Maakt u gebruik van de ETK-regeling voor buitenlandse werknemers die tijdelijk in Nederland zijn? Deze regeling wordt per 2026 versoberd. Twee kostenposten worden afgeschaft: de extra kosten van levensonderhoud, waaronder kosten van gas, water, licht en andere nutsvoorzieningen, en extra gesprekskosten voor privédoeleinden met het land van herkomst.

Schijnzelfstandigen

Het aangepaste wetsvoorstel Vbar (Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden) is naar de Tweede Kamer gestuurd. Deze wet moet de gezagsverhouding tussen zelfstandige en opdrachtgever duidelijker formuleren. Totdat deze wet in werking treedt, geldt nog de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties ( DBA). Daarop wordt sinds dit jaar strenger gecontroleerd. Om schijnzelfstandigheid te voorkomen doen zzp’ers en opdrachtgevers er goed aan vooraf heldere afspraken te maken over hun samenwerking.

Vervroegd uittreden

Werknemers kunnen dankzij de regeling voor vervroegde uittreding (RVU) tot drie jaar vóór hun AOW-leeftijd stoppen met werken. De werkgever hoeft alleen een hoge pseudo-eindheffing te betalen over het bedrag dat boven de RVU-drempelvrijstelling (2.273 euro per maand in 2025) uitkomt. Is de RVU eerder ingegaan dan binnen de 36 maanden vóór de AOW-leeftijd? Dan is de werkgever over de uitkering tot aan die grens 52% pseudo-eindheffing verschuldigd over de uitkering. De regeling loopt af op 31 december 2025, met een uitloop naar 2028 voor op 31 december 2025 bestaande RVU’s.

In het Belastingplan is nu voorgesteld om de RVU voort te zetten per 1 januari 2026. Deze wordt dan structureel, er is geen einddatum meer. Om een RVU toegankelijker te maken voor werknemers met een laag inkomen of weinig aanvullend pensioen, wordt het huidige drempelbedrag verhoogd met 300 euro bruto per maand. Daarnaast wordt het tarief van de pseudo-eindheffing geleidelijk verhoogd: 57,7% in 2026, 64% in 2027 en 65% in 2028.

Loonkostenvoordeel

Het Loonkostenvoordeel (LKV) wordt per 2026 afgeschaft. Het LKV is een financiële tegemoetkoming van de overheid voor werkgevers die werknemers in dienst nemen uit specifieke doelgroepen, zoals ouderen en arbeidsgehandicapten.

Voor dienstbetrekkingen die zijn begonnen vóór 1 januari 2024 blijft het loonkostenvoordeel wel gelden, ook na 2026.

WW

De verkorting van de maximale duur van de WW-uitkering van 24 naar 18 maanden wordt door het demissionaire kabinet een jaar uitgesteld. De maatregel zou per 1 januari 2027 ingaan, maar UWV heeft aangegeven dat deze ingangsdatum niet haalbaar is.

Auto en fiets van de zaak

Werkgevers betalen vanaf 2027 extra als zij hun werknemer een niet-elektrische auto aanbieden.

Voor zakelijke fietsen die over het algemeen niet thuis worden gestald, geldt per 1 januari 2026 geen bijtelling van 7% meer.

Vrije ruimte van de WKR

De vrije ruimte van de WKR blijft in 2026 op 2% over de eerste 400.000 euro van de bruto loonsom, net als in 2025. Boven de 400.000 euro is dit 1,18%. Naar verwachting stijgt in 2027 de vrije ruimte over de eerste 400.0000 euro naar 2,16%.

Sociale premies

De premies volksverzekeringen en premies werknemersverzekeringen blijven in 2026 vrijwel ongewijzigd. Alleen de rekenpremie voor de Werkhervattingskas (Whk) stijgt van 1,33% naar 1,52%. En de Aof-premies dalen licht van 6,28% naar 6,26% voor kleine werkgevers en van 7,64% naar 7,61% voor grote werkgevers.

ZVW

De Zorgverzekeringswet (ZVW) valt in 2026 goedkoper uit voor werkgevers. De werkgeversheffing ZVW daalt van 6,51% naar 6,07%. Ook de werknemersbijdrage daalt en gaat van 5,26% naar 4,85% van het bijdrageloon. Het maximumbijdrageloon voor de ZVW gaat van 75.860 euro in 2026 naar 79.412 euro in 2026.